vrijdag 15 februari 2013

Rookverbod leidt tot minder prematuurtjes




 
06:15 WETENSCHAP De invoering van het rookverbod heeft geleid tot een daling van het risico op vroeggeboorte. Dat blijkt uit een onderzoek geleid door Tim Nawrot, milieu-epidemioloog aan de Universiteit Hasselt.
De professor spreekt van 360 vroeggeboortes minder per jaar in Vlaanderen. De resultaten werden gepubliceerd in de prestigieuze British Medical Journal.

Rookverbod
In de jaren voor 2006 was het risico op vroeggeboorte - bevalling voor het einde van de 37ste week van de zwangerschap - vrij constant, vertelt Nawrot. Maar na de invoering van het rookverbod in restaurants, in 2007, daalde het risico op vroeggeboortes met 3,13 procent.

Met het rookverbod in eetcafés in 2010 nam dat risico met nog eens 2,65 procent af. In totaal daalde het risico op vroeggeboorte dus met zowat 6 procent, wat overeenkomt met 360 vroeggeboortes minder per jaar.

"Een baby die op 36 weken geboren wordt, heeft dubbel zoveel kans op een handicap of een blijvende ziekte", zegt gynaecoloog Wilfried Gyselaers. "Op 30 weken is dat al 20 keer meer kans. Meest voorkomend zijn harten vaaktziektes." In een Zweedse studie is er zelfs sprake van zo'n 31 procent meer risico op overlijden als volwassene.

Eén op tien vrouwen rookt nog tijdens zwangerschap
Het rookverbod heeft overigens wel gezorgd voor een algemene daling van het aantal rokende vrouwen. In 1997, 2001 en 2004 rookten in Vlaanderen nog 22 procent van de vrouwen, in 2010 was dat 17,9 procent. Zo’n 12,3 procent bleef weliswaar roken tijdens de zwangerschap.

Lees vandaag meer in HBVL.

CV/Belga
hbvl.be/nieuws/wetenschap

dinsdag 12 februari 2013

Publieksraadpleging: aanvraag voor een veldproef met genetisch gewijzigde populieren


Hieronder delen we de link naar de publieksraadpleging van de overheid voor toelating van een veldproef met Genetisch gemanipuleerde planten, we nodigen je graag uit hier even tijd voor te maken om de overheid uw mening hierover duidelijk te maken...

Directe link naar volksraadpleging


Publieksraadpleging: aanvraag voor een veldproef met genetisch gewijzigde populieren

populieren
08/02/2013
De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu informeert u over een aanvraag voor een veldproef met genetisch gewijzigde populieren, bedoeld om hun eventuele gebruik als grondstof voor hernieuwbare biogebaseerde producten en bio-energie te evalueren. De publieke raadpleging over deze proef loopt van 5 februari tot en met 7 maart 2013.
De genetisch gewijzigde populierenlijnen hebben een licht gewijzigde houtsamenstelling. Met name de samenstelling van de lignine is gewijzigd door het inbrengen van een gen dat de aanmaak van het enzym Cinnamyl Alcohol Dehygrogenase (CAD) beïnvloedt. Dit enzym is van nature al aanwezig en speelt een rol in de aanmaak van lignine.
In tegenstelling tot de gelijkaardige, lopende veldproef (B/BE/07/V2), hebben deze populieren geen verlaagd ligninegehalte maar is hun lignine anders samengesteld.
De veldproef zal het mogelijk maken te evalueren of de genetisch gewijzigde populierenlijnen ook in open veld, onder natuurlijke omstandigheden, een biomassa produceren die op een veel efficiëntere manier naar suikers kan worden omgezet. Deze suikers kunnen vervolgens omgezet worden in allerlei producten zoals bioplastics en biobrandstof.
Als burger kunt u zich over deze veldproefaanvraag uitspreken. Bij elke aanvraag voor het gebruik van een genetisch gewijzigd organisme organiseert de overheid gedurende 30 dagen een publieksraadpleging (zoals vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 21 februari 2005 tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten).
U krijgt hiervoor toegang tot diverse gegevens uit het aanvraagdossier B/BE/13/V1 (.HTML) en tot een online-formulier om commentaar te geven of vragen te stellen over het dossier.
De raadpleging over deze veldproef loopt tot en met 7 maart 2013.

maandag 28 januari 2013

Wat is Steenkoolgas?



Momenteel heeft LRM samen met Dart Energy een nieuw bedrijf opgericht Limburg Gas om steenkoolgas te winnen in Limburg in het Kempisch steenkoolbekken:. Hieronder  delen we een artikel van de organisatie 'Friends of the Earth' met wat meer uitleg over de risico's voor het milieu bij het ontginnen van steenkoolgas.
Graag nodigen we u uit de tijd te nemen dit te lezen en de petitie te tekenen.


Steenkoolgas is een nieuwe extreme vorm van gasontginning die heel schadelijk is voor mens en milieu.
In Limburg wil men deze heel gevaarlijke technologie gebruiken. Maar we kunnen het nu nog stoppen!


Om het gas te ontginnen maakt men diepe boringen, zowel verticaal als horizontaal. Er wordt dan een enorme hoeveelheid zwaar vervuild water opgepompt, wat de druk doet dalen en waardoor het gas vrijkomt. Indien dit niet lukt, kan er ook nog aan‘fracking’ gedaan worden waarbij explosies in de steenkoollagen ervoor zorgen dat het gas vrij komt.

Steenkoolgasontginning zorgt voorwater-, lucht- en bodemvervuiling,vrachtverkeer, lawaaihinder, landschapsverlies, methaan lekkages en ondergronds brandgevaar.

De industrie lobby wil ons laten geloven dat steenkoolgas een belangrijke rol kan spelen in een transitie naar een duurzame hernieuwbare energie toekomst, maar steenkoolgas is geen oplossing voor klimaatverandering. Integendeel, uit recent onderzoek blijkt dat de klimaateffecten van onconventioneel gas minstens even erg  zijn als steenkool.

Steenkoolgasontginning brengt winst voor de bedrijven maar veel nadelen voor de lokale gemeenschap: gezondheidsproblemen, negatieve impact op landbouw- en toerisme sector en weinig nieuwe jobs.
We hebben absoluut geen baat bij een nieuwe generatie van fossiele brandstoffen.  
We moeten kiezen voor echte oplossingen zoals energiebesparende maatregelen en hernieuwbare energiebronnen in handen van lokale gemeenschappen.
  
Help ons om Limburg gasvrij te houden:

zondag 13 januari 2013

De auto is een grondstoffenjager


In onderstaand artikel kijken we verder dan onze neus lang is, daarom delen we het graag met u. We zullen met zijn allen meer verantwoord moeten consumeren. We wensen jullie allemaal een gelukkig en zinvol 2013 met een nieuwe kijk op de wereld.

"Auto's bulken van koper. Er zit nu anderhalve kilometer koperdraad in een auto, dertig keer meer dan in een auto uit de jaren'40. En dan vergeet ik nog het koper in elektromotoren en dynamo's, en voor 'groene auto's in de batterijen." aldus Raf Custers

De auto is een grondstoffenjager
file

Over het autosalon en noord-zuidrelaties

Wie futuristische bestelwagens zoekt op het autosalon, moet een vergrootglas meenemen. Dit is zogenaamd het salon van de bedrijfsvoertuigen. Maar de personenauto's steken het meest de ogen uit, en bovendien bestaan er nog bijna geen 'groene' bestelwagens. Bestelwagens rijden op diesel. Afgaand op dit salon zal dat niet gauw verbeteren. De vriendelijkste primeur op het salon komt uit Merksem. Daar heeft de Kringwinkel een hybride eco-truck van Fuso (Mitsubishi) gekocht, de eerste van zijn soort in Vlaanderen. De Kringwinkel neemt hem in februari in bedrijf. Voor de rest geen nieuws van dit front. Ford heeft geen "groene" (elektrische of hybride) bestelwagens, de Berlingo van Citroën komt pas later dit jaar, de Kangoo van Renault is een gevestigde waarde maar die blijft zo duur dat je voor de prijs van één Kangoo (20.000 euro zonder btw voor de basisuitvoering) al een lichte vrachtwagen met dubbele cabine (op diesel) koopt. Daarmee ben ik voor de 'bedrijfsvoertuigen van de toekomst' al uitgepraat. 
Auto's bulken van koper. Er zit nu anderhalve kilometer koperdraad in een auto, dertig keer meer dan in een auto uit de jaren'40. En dan vergeet ik nog het koper in elektromotoren en dynamo's, en voor 'groene auto's in de batterijen.

Van A(luminium) tot Z(irconium)

De constructeurs blijven dus hoofdzakelijk personenauto's ontwikkelen. Of wat daarvoor moet doorgaan. De meest blitse conceptcar staat dit keer bij Citroën. Het is de Tubik, volgens de ontwerpers 'een cocon in loungestijl' met een halfronde flatscreen en 'high definition surround geluidsweergave'. Meer dure snufjes, dat blijft de manier om kopers warm te maken. Hier en daar duiken nieuwe materialen op, zoals het ultrastevige koolstof in de cabine van de iLifeDrive van BMW. Maar de hoofdtrend blijft : auto's slorpen steeds meer materialen op, zowel qua hoeveelheid als qua diversiteit. Hoeveel materialen ? De constructeurs houden dat voor zich. Zij zeggen nooit  compleet, van A (aluminium) tot Z (zirconium) waarvan hun auto's zijn gemaakt. Die informatie moet je via omwegen bij elkaar sprokkelen. Ik heb er voor mijn boek 'Grondstoffenjagers' een stevige kluif aan gehad. Een doorsnee auto bevat bijna een ton ijzer en staal en meer dan 100 kilogram aluminium. Voor koper is de trend het opvallendst. Auto's bulken van koper. Er zit nu anderhalve kilometer koperdraad in een auto, dertig keer meer dan in een auto uit de jaren'40. En dan vergeet ik nog het koper in elektromotoren en dynamo's, en voor 'groene auto's in de batterijen.
Koper komt onder meer uit Zambia en Congo. Onze dynamo's draaien met andere woorden op Congo. Daarmee is de kous niet af.  Er zit ruim een dozijn courante mineralen en metalen in een auto, maar als je de minder courante materialen meetelt, kom je gemakkelijk aan zestig materialen. Het zijn vooral niet-hernieuwbare grondstoffen van minerale oorsprong. De voorraden van deze grondstoffen in de aardkorst zijn eindig. Er moet dus uiterst zuinig mee worden omgesprongen. Deze grondstoffen komen niet uit onze Belgische bodem. In het beste geval komen ze voort uit de recyclage, onder meer van 'oud ijzer', maar meestal komen ze uit klassieke primaire mijnen. Die mijnen liggen niet meer bij ons, ze liggen in elk geval buiten België en voor de meeste delfstoffen ook buiten Europa. 

EU is agressief en kortzichtig

Met de aangekondigde sluiting van de Ford-fabriek in Genk weten we het weer : om een auto te fabriceren, zijn toeleveranciers nodig. Helemaal aan het begin van de keten liggen de ertsmijnen. Dat is een bijkomende complicatie. Ruim de helft van alle geproduceerde petroleum en andere mineralen worden opgeslorpt door de Westerse economieën en industrieën (gegroepeerd in de OESO). Het rijke Noorden verbruikt de meeste grondstoffen, maar die worden hoofdzakelijk in het Zuiden geproduceerd. Ginds gebeurt de uitbating hoofdzakelijk door Westerse ondernemingen. Voor hen is de business zeer lucratief (met een totale return op de investeringen van liefst 39 procent voor de Top-10 van de mijnbouwbedrijven over de afgelopen tien jaar). Het Zuiden krijgt bitter weinig terug. De Westerse ondernemingen doen ter plaatse namelijk niet aan ontwikkeling. Integendeel, om hun belangen en die van hun eigenaars en aandeelhouders veilig te stellen, staan ze ontwikkeling in de weg.
Steeds meer landen in Afrika of elders in het Zuiden claimen hun deel van de opbrengsten. Zij krijgen het verwijt dat ze aan 'grondstoffennationalisme' doen. Maar zij zouden egoïstisch zijn, investeerders wegjagen en zich buitensluiten uit de mondiale economie. In principe moeten die landen zelf over hun natuurlijke rijkdommen kunnen beschikken. In de praktijk wordt dat recht voor en door Westerse belangen ingeperkt. De zogenaamde egoïsten zijn bedreigd door bedrijven en banken zoals Barclays, BlackRock en De Beers, toch niet van de minste. Het Internationaal Muntfonds stelt de kwijtschelding van schulden uit voor landen die niet in de pas lopen. De voorbeelden zijn legio van de lobby's die tegen zelfbeschikking ageren, bij de ondernemingen, de internationale geldschieters en de zogenaamde handelspartners. Dat zet ons voor een dilemma. Bij ons hebben de fabrieken grondstoffen nodig, maar de landen waar die grondstoffen vandaan komen, willen ze inzetten voor hun ontwikkeling. Dat is hun volste recht. Afrika heeft uitgemaakt dat zijn grondstoffen de kern van zijn verdere ontwikkeling zijn. Die visie is sinds 2009 op papier gezet en dringt er bij alle regeringen door, al is dat bij ons nauwelijks bekend. Maar de Europese Commissie stelt zich agressief op. Ze eist dat Europa altijd en overal de vrije toegang moet hebben tot de grondstoffen, ongeacht de gevolgen voor de landen in het Zuiden. Die machtspolitiek is kortzichtig en onhoudbaar. Er is een switch naar een rechtvaardige gronstoffenpolitiek nodig. De industrielanden van de EU moeten dat met het Zuiden bespreken. Anders riskeren ze op een dag zonder grondstoffen te vallen.
 
Deze opinie verscheen ook in De Morgen van 12 januari 2013
Raf Custers is journalist en onderzoeker bij Gresea.be. In februari verschijnt zijn boek 'Grondstoffenjagers' (EPO)

bron: www.dewereldmorgen.be