Hieronder delen we enkele interessante inhoudelijk verbonden artikels over landbouw, groene energie, bosbouw, soja en bio brandstoffen.
Graag horen we wat u van het onderwerp vindt.
Europa wekt vooral groene energie op uit
hout op
Eurostat becijferde dat hout(-afval) de voornaamste bron van hernieuwbare energie vormt in het merendeel van de EU-lidstaten. Vorig jaar werd een vijfde van de houtproductie in de EU gebruikt als brandstof. Dat volstond om vijf procent van de totale Europese energiebehoefte in te vullen. België is een bescheiden houtproducent en gebruikt dat hout vooral voor hoogwaardige toepassingen.
Hout is een
natuurlijke hulpbron die door de mens voor diverse doeleinden gebruikt wordt.
In 2010 was hout(-afval) de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in de
EU. Het leverde bijna de helft van het groene energieverbruik in de 27
lidstaten. In Estland, Litouwen, Finland, Polen, Letland en Hongarije
leveren bossen meer dan driekwart van de grondstoffen voor de totale
groene energieconsumptie.
In België
bestaat 2,4 procent van het energieverbruik en 58 procent van het groene
energieverbruik uit hout. België is een kleine houtproducent (5,1 miljoen m³)
en reserveert dat hout vooral voor hoogwaardige toepassingen want 87 procent
gaat naar de industrie voor verwerking.
Volgens
Eurostat werd vorig jaar 429 miljoen m³ hout geproduceerd in de 27 lidstaten.
Daarvan werd 21 procent gebruikt voor energieproductie. "Europa springt
duurzaam om met het gebruik van hout want er groeide de helft meer hout aan in
de bossen dan er gekapt werd. De vraag naar hout voor biomassa kan dus nog
toenemen", beweert het statistiekbureau.
De grootste
houtproducenten in Europa zijn Zweden, Duitsland, Frankrijk en Finland. Deze
vier lidstaten produceren samen meer dan de helft van de jaarlijkse Europese
houtvoorraad. Slechts drie lidstaten - Italië, Griekenland en Hongarije - produceren
meer hout voor biomassacentrales dan voor de houtverwerkende industrie.
www.vilt.be/
Griekenland kampt met forse stijging illegale houtkap
De illegale
houtkap is in Griekenland het afgelopen jaar fors gestegen. De Grieken kijken
aan tegen fel gestegen energieprijzen en er is minder geld voor bosbeheer. Dat
geeft de Griekse vereniging voor bosbeheer als verklaring voor het fenomeen.
Volgens de Griekse tak van milieuvereniging WWF gaat het zowel om individuele
acties als om georganiseerde ontginning voor verkoopsdoeleinden.
"Er is
nog geen bedreiging voor het ecosysteem in de bossen, maar de staat moet snel
handelen", zegt Nikos Bokaris van de bosbeheervereniging. Volgens Bokaris
heeft de crisis het verschil gemaakt. De mazoutprijzen zijn bijna verdubbeld in
2011 en de budgetten voor bosbeheer zijn gehalveerd door het
besparingsprogramma in ruil voor steun van het IMF en Europa.
In 2011 zijn
in Griekenland 1.500 klachten over illegale houtkap geregistreerd. Dat is twee
keer zoveel als in het vorige jaar. Het fenomeen is niet nieuw in een land
waarin veel huizen, zelfs in de hoofdstad Athene, nog verwarmd worden via
houtkachels. De door de overheid georganiseerde houtkap dekt onvoldoende de
vraag. Er is ook een belangrijke import voor hout vanuit de Balkan. In het
Zuid-Europese land is 70 procent van de bosgebieden publiek. De overige 30
procent behoort voornamelijk toe aan religieuze instellingen.
www.vilt.be/
www.vilt.be/
"Landbouw is grootste oorzaak boskap in tropen"
Landbouw is
de belangrijkste oorzaak van boskap in tropische gebieden. Ook
grondstofprijzen, bevolkingsgroei, corruptie en zwakke overheden dragen daar
indirect aan bij. Dat blijkt uit een rapport op basis van VN- en
Wereldbank-cijfers, in opdracht van de Britse en de Noorse overheid.
“Strategieën om economische groei los te koppelen van ontbossing, zijn echter
hoopgevend voor een beter bosbeheer”, klinkt het.
Wereldwijd
wordt ontbossing voornamelijk veroorzaakt door industriële activiteiten, maar
in Afrika, Latijns-Amerika en Azië blijkt landbouw de grootste oorzaak. Volgens
het rapport zijn er evenwel grote verschillen tussen de continenten. In
Latijns-Amerika bijvoorbeeld is het vooral veeteelt en grootschalige landbouw
die de boskap aansturen, terwijl in Azië voornamelijk plantages voor palmolie,
papierpulp en intensieve landbouw de grootste drijfveren zijn.
De auteurs
van het rapport zijn echter hoopvol. Volgens hen worden er “veelbelovende”
strategieën ontwikkeld om economische groei los te koppelen van ontbossing.
“Maar opdat die strategieën slagen, moeten nog een aantal obstakels worden
weggewerkt, zoals de onderontwikkeling van bepaalde instellingen in sommige
landen en het gebrek aan transparantie rond landgebruik.”
Als
voordelen van een beter bosbeheer, verwijst het rapport naar het terugdringen
van de uitstoot van broeikasgassen, “met honderden miljoenen ton”, en het
behoud van de belangrijke ecodiensten die de bossen leveren. Maar ook indirect
heeft een beter bosbeheer volgens de auteurs voordelen, zoals een versterking
van de overheid, duidelijker rechten op grond en een vermindering van de
corruptie.
Het rapport
werd opgesteld voor beleidsmakers die werken aan het REDD+-mechanisme, een
internationaal initiatief om de CO2-uitstoot terug te dringen die
veroorzaakt wordt door boskap.
Meel voor veevoeder bepaalt 57
procent van de sojavraag
Sojameel
voor veevoeder maakt 57 procent uit van de wereldwijde vraag naar soja. Op die
manier draagt de veehouderij bij aan de grootschalige ontbossing van het
oerwoud in Zuid-Amerika. Dat blijkt uit een onderzoek van Profundo voor de
Nederlandse actiegroep Milieudefensie. Die pleit voor de vervanging van
Zuid-Amerikaanse soja door eigen veevoedergewassen, financieel gestimuleerd met
Europese middelen.
De omvang
van de wereldwijde sojateelt is volgens het onderzoek de laatste 45 jaar bijna
verzevenvoudigd, van 36 miljoen ton tot 245 miljoen ton per jaar. Het direct
gebruik van sojabonen voor voedingsmiddelen zoals tofu en vleesvervangers is in
diezelfde periode gedaald van 14 naar 6 procent van de totale oogst. Het deel
van de teelt dat vermalen wordt tot olie en meel, is daarentegen gestegen tot
ongeveer 90 procent in de afgelopen 10 jaar. Olie wordt voornamelijk gebruikt
in levensmiddelen als margarine en koekjes, maar ook de industriële
toepassingen, zoals de verwerking tot biodiesel, nam het laatste decennium toe.
Sojameel wordt op zijn beurt vooral gebruikt als eiwitbron in veevoeder.
Naar gewicht
verdeelt het onderzoeksbureau de wereldwijde oogst in 2011/12 als volgt: 73
procent sojameel, 17 procent sojaolie, 6 procent sojabonen voor voeding en 2
procent sojahullen. Wat de waarde betreft, ligt de verdeling vanwege de sterk
verschillende prijzen anders: 57 procent van de sojamarkt wordt beheerst
door sojameel, 36 procent door sojaolie, 6 procent door direct
gebruik van sojabonen en 1 procent door sojahullen. “Sojameel is daarmee geen
bijproduct van de sojateelt, maar evenals sojaolie een hoofdproduct”, besluit
de actiegroep.
Volgens
Milieudefensie is de veehouderij op die manier mede verantwoordelijk voor de
grootschalige ontbossing van het oerwoud in Zuid-Amerika. “Diverse recente
studies hebben immers aangetoond dat sojaproductie leidt tot boskap om ruimte
te maken voor plantages.” De organisatie vraagt dan ook dat de sector de
Zuid-Amerikaanse soja vervangt door grondstoffen die in Europa zelf geteeld
worden, zoals lupinen, veldbonen of inlands geteelde soja.
“Europese
subsidies die bedoeld zijn om het landbouwbeleid te vergroenen, kunnen ingezet
worden om de teelt van veevoedergewassen in Europa te bevorderen. Zo zorgen we
er niet alleen voor dat niet nog meer oerwoud verdwijnt voor het voeden van ons
vee, maar vermijden we ook onnodige voedselkilometers en kan de landbouwgrond
ginder ingezet worden voor het voeden van de eigen bevolking”, besluit
Milieudefensie.
"Biobrandstof niet minder
schadelijk dan benzine"
Slechts een
klein deel van de biobrandstoffen is beter voor het milieu dan benzine. Dat
blijkt uit een studie van de Zwitserse federale laboratoria voor materiaalkunde
en technologie (Empa). “Verschillende groene brandstoffen stoten tot 30 procent
minder broeikasgassen uit, maar hun productieproces veroorzaakt vaak meer
schade dan fossiele brandstoffen”, klinkt het.
Ondanks een
uitgebreidere dataset en meer geavanceerde onderzoeksmethoden, komt Empa in
haar nieuwe studie tot dezelfde conclusies als in een vorige studie in 2007:
biobrandstoffen zijn niet beter voor het milieu dan fossiele brandstoffen,
omdat ze tijdens hun productie, door het gebruik van meststoffen, een negatieve
invloed hebben op bodem en water. Bovendien veroorzaakt de ontbossing van het
regenwoud, die vaak gepaard gaat met de productie van biobrandstoffen, volgens
de nieuwe studie meer broeikasgassen dan fossiele brandstoffen. Dit werd in
2007 niet onderzocht.
Slechts een
klein aantal biobrandstoffen is hierdoor effectief beter voor het milieu dan
benzine. Biogas gemaakt van restmaterie of afval, kan tot de helft minder
schadelijk zijn dan fossiele brandstoffen. Ook het gebruik van stro, groenafval
en resthout is beter, maar enkel wanneer de biodiversiteit of de vruchtbaarheid
van de bodem niet worden aangetast. Biobrandstoffen op basis van ethanol zijn
bovendien beter dan biobrandstoffen op basis van olie.
Een
voorbeeld van een manier waarop biobrandstoffen positief kunnen bijdragen tot
het milieu, is door verhoging van het koolstofgehalte in de bodem. Dit is
volgens Empa het geval bij palmolieplantages op braakliggend grasland in
Colombia, of bij jatrophaplantages in India en Oost-Afrika, waar verlaten land
op die manier opnieuw bebouwbaar wordt.
“Desondanks
kunnen palmolie of jatropha niet als wonderplanten worden beschouwd, gezien hun
invloed op het milieu sterk afhankelijk is van de manier waarop ze ter plaatse
geproduceerd worden en van de functie die de betrokken grond voordien
vervulde”, nuanceert Empa meteen. “Dit geldt trouwens voor elke biobrandstof:
alles hangt af van de gevolgde productiemethode en de gebruikte technologieën.
Elke biobrandstof moet met andere woorden apart worden onderzocht.”
De studie werd uitgevoerd in
samenwerking met het
onderzoekstation Agroscoop Reckenholz-Tänikon (ART) en het Instituut Paul
Scherrer (PSI), in opdracht van het Zwitserse Department of Energie (BFA).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten